Voorlichting personeel
De voorlichting van alle werknemers van de onderneming is de uiteindelijke hoofdbedoeling van de economische en financiële informatie. De werknemersafgevaardigden in de ondernemingsraad hebben dan ook de plicht om deze werknemers te informeren. Teneinde deze opdracht naar behoren te vervullen, moeten de werknemersafgevaardigden de mogelijkheid hebben om buiten de vergaderingen van de ondernemingsraad contacten te onderhouden met het personeel.
Discretieplicht
De informatie van het personeel moet wel met de nodige discretie gebeuren. Het doorgeven van de informatie moet zo gebeuren dat de belangen van de onderneming niet geschaad worden.
Iedere schriftelijke mededeling aan het personeel door een lid van de ondernemingsraad moet vooraf bij de secretaris van de ondernemingsraad neergelegd worden.
Vertrouwelijkheid
Wanneer in de informatie gevoelige inlichtingen vermeld zijn, waarvan de verspreiding een ernstig nadeel aan de onderneming kan berokkenen, kan het ondernemingshoofd deze inlichtingen als vertrouwelijk bestempelen. Deze vertrouwelijkheid houdt in dat de inlichtingen op geen enkele manier aan de andere werknemers mogen doorgegeven of doorverteld worden.
Het kan hier slechts gaan over welbepaalde inlichtingen en zeker niet over de volledige informatie. Indien alle inlichtingen als vertrouwelijk worden beschouwd, kunnen de afgevaardigden hun informatietaak immers niet waarmaken.
De werknemersafgevaardigden kunnen de vertrouwelijkheid van bepaalde inlichtingen betwisten. Indien hierover binnen de ondernemingsraad een meningsverschil bestaat, moet de voorgeschreven procedure in geval van meningsverschil gevolgd worden.
Als de informatie zo vertrouwelijk is dat het ondernemingshoofd zelfs de mededeling ervan aan de ondernemingsraad niet wenselijk acht, kan een afwijking aangevraagd worden.
Mogelijkheid tot afwijking in de mededeling van inlichtingen aan de ondernemingsraad
In welke omstandigheden?
Wanneer het verstrekken van een bepaalde inlichting in de voorgeschreven vorm of binnen de opgelegde termijn een nadeel aan de onderneming kan berokkenen, kan het ondernemingshoofd een afwijking aanvragen zodat de betrokken inlichting niet moet meegedeeld worden aan de ondernemingsraad.
Dergelijke afwijking kan enkel van toepassing zijn op volgende inlichtingen:
- inlichtingen over de distributiemarges;
- omzet in absolute waarde en uitsplitsing per onderdeel;
- niveau en evolutie van de kost- en verkoopprijzen per eenheid;
- verdeling van de kosten per product of per onderdeel;
- toekomstverwachtingen: voorgenomen inplanting van nieuwe verkooppunten voor ondernemingen van de distributiesector;
- inlichtingen over het wetenschappelijk onderzoek;
- resultatenrekening per onderdeel.
Procedure
Een verzoek tot afwijking kan enkel ingediend worden in het kader van een specifieke procedure.
Aanvullende informatie
Wanneer een afwijking wordt toegestaan op de voorgeschreven vorm van een gegeven informatie, moet aan de ondernemingsraad een aanvullende, maar gelijkwaardige informatie verstrekt worden.
Wanneer een afwijking werd toegestaan op de termijn waarbinnen de informatie in beginsel moet verstrekt worden, zal de informatie verstrekt worden na verloop van een andere termijn die het ondernemingshoofd nauwkeurig aangeeft en aan de bevoegde ambtenaar bekendmaakt.
Regelgeving
- Wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven (B.S. 27 september 1948)
- Koninklijk besluit van 27 november 1973 houdende reglementering van de economische en financiële inlichtingen te verstrekken aan de ondernemingsraden (B.S. 28 november 1973)
- Wetboek van vennootschappen, inzonderheid de artikelen 151 tot 164