De ontslagbescherming, waarvan de beschermde werknemer geniet, kan slechts in twee gevallen opgeheven worden:
- om een dringende reden die vooraf door het arbeidsgerecht aangenomen werd;
- of om economische of technische redenen die vooraf door het bevoegd paritair orgaan werden erkend.
Deze opheffing gebeurt dus niet automatisch. De aangehaalde redenen moeten het onderwerp van voorafgaande erkenning hebben uitgemaakt.
Regelgeving
- Wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven (B.S. 27 en 28 september 1948)
- Wet van 19 maart 1991 houdende bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de kandidaat-personeelsafgevaardigden (B.S. 29 maart 1991)
- Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S.18 september 1996)