Andere informatie en diensten van de overheid: www.belgium.be

Informatie en raadplegingsbevoegdheden op sociaal vlak en betreffende de werkgelegenheid

Als er in de onderneming een Ondernemingsraad is, gebeurt het informeren en raadplegen van de werknemers over de hierna opgesomde sociale materies en materies betreffende de werkgelegenheid, via dit orgaan. De informatie en raadplegingsbevoegdheden bedoeld in artikel 65decies worden in dergelijk geval dus niet toegekend aan het Comité. Als er geen ondernemingsraad is in de onderneming, maar er bestaat een vakbondsafvaardiging, dan worden de taken van informatie en raadpleging van werknemers betreffende sociale materies en betreffende de werkgelegenheid gewaarborgd door de vakbondsafvaardiging, en dit binnen de grenzen van haar bevoegdheid. Immers, de verschillende reglementeringen betreffende deze sociale materies en betreffende de werkgelegenheid die reeds in voege waren vóór de aanname van de wet, voorzien in een cascadesysteem zodat in afwezigheid van de Ondernemingsraad de werkgever de vakbondsafvaardiging, indien een dergelijke afvaardiging in de onderneming werd opgericht, moet informeren.

Het is dus enkel in afwezigheid van een Ondernemingsraad en een vakbondsafvaardiging dat het Comité de nieuwe informatie en raadplegingsbevoegdheden toegekend krijgt.

Het is belangrijk te beseffen dat in dergelijk geval er niet noodzakelijk een volledige overdracht van de bevoegdheden van de Ondernemingsraad naar het Comité plaatsvindt. Het Comité oefent namelijk de nieuwe informatie en raadplegingsbevoegdheden uit betreffende de materies bedoeld in artikel 65decies van de wet, maar krijgt geen beslissingsbevoegdheden.

Bevoegdheden met een sociaal karakter en aangaande de werkgelegenheid

Art. 65decies “Bij ontstentenis van een ondernemingsraad en een vakbondsafvaardiging neemt het Comité de plaats in van de ondernemingsraad of, bij ontstentenis, de vakbondsafvaardiging voor het recht op informatie en raadpleging bedoeld bij artikel 38, § 3, van de arbeidswet van 16 maart 1971 en de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 9 van 9 maart 1972, zonder dat het Comité meer informatie krijgt dan de vakbondsafvaardiging, nr. 24 van 2 oktober 1975, nr. 32bis van 7 juni 1985, nr. 39 van 13 december 1983 en nr. 42 van 2 juni 1987, gesloten in de Nationale Arbeidsraad.”

Opmerking

Artikel 65decies verduidelijkt dat wat betreft de bevoegdheden van het Comité in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 maart 1972 gesloten in de Nationale Arbeidsraad (hierna CAO nr. 9), het Comité niet meer informatie ontvangt dan de vakbondsafvaardiging. Wat betekent deze voorwaarde?

CAO nr. 9 bevat verschillende bepalingen betreffende de Ondernemingsraad: de bevoegdheden, de werking, enz. De CAO verduidelijkt dus een zeker aantal domeinen waarover de Ondernemingsraad geïnformeerd, geraadpleegd moet worden, of waarover deze een beslissingsbevoegdheid heeft. Van haar kant voorziet CAO nr. 5, die de bevoegdheden van de vakbondsafvaardiging definieert dat wanneer er geen Ondernemingsraad werd opgericht in de onderneming, de vakbondsafvaardiging de bevoegdheden uitoefent bedoeld in de artikelen 4, 5, 6, 7 en 11 van CAO nr. 9.

Met andere woorden, wat betreft de materies bedoeld in CAO nr. 9 waarvoor in afwezigheid van een Ondernemingsraad en een vakbondsafvaardiging, het Comité bevoegd wordt, legt de wet dezelfde voorwaarde op als in CAO nr. 5. Zodat enkel de materies bedoeld in de artikelen 4, 5, 6, 7 en 11 van CAO nr. 9 het voorwerp uitmaken van een informatie aan en raadpleging van het Comité door de werkgever.

Regelgeving